Algemeen:
De Douro is een ruig en bergachtig gebied met een bodem die bestaat uit leisteen en graniet. Leisteen heeft als eigenschap dat het de warmte goed vasthoud. Dat zorgt er voor dat de druiven gelijkmatig rijpen wat ten goede komt aan de kwaliteit van de Port en de wijnen. Het is ook niet verwonderlijk dat de Romeinen al druk met het verbouwen van wijn in de Douro zijn begonnen. Het gebied heeft een typisch landklimaat. De zomers zijn heet, met weinig regen en de winters zijn koud. Het klimaat wordt beheerst door de hoge bergen (Marão en Montemuro), die de wijngaarden beschermen tegen Atlantische winden. Er zijn ongeveer 100 soorten druiven rassen in de Douro. Veel van de wijngaarden vind je nog op de klassieke manier terug doordat ze als terrassen aangelegd zijn op de steile berghellingen. De naam Douro is afkomstig van de rivier de Douro die loopt vanuit de Spaanse Autonome regio Castilië en León maar hier wordt de rivier de Duero genoemd (Spaans). Vervolgens komt de rivier Portugal binnen om uiteindelijk uit te monden in de Atlantische Oceaan bij Porto. De Douro heeft een totale lengte van 897 km.